Print deze pagina

BTW verlaging voor bouw en administratieve druk

Onlangs heeft het kabinet besloten de omzetbelasting voor renovatie en verbouwingen te verlagen van 19% naar 6%. Deze verlaging ziet alleen toe op de in deze kosten begrepen arbeidskosten. De regeling gaat in op 1 oktober 2010 en eindigt (voorlopig) op 30 juni 2011. Op het eerste gezicht lijkt deze regeling simpel toepasbaar. Meestal bestaat de factuur voor rond 70% uit arbeidskosten. De toelichting bij het besluit geeft al aan dat het gecompliceerder is dan het lijkt. Laten we de regeling eens nader bekijken.

  • Het moet gaan om verbouwen en/of renoveren. Deze voorwaarde is voldoende omschreven en zal niet snel aanleiding zijn tot enige discussie.
  • De woning/appartement moet minimaal 2 jaar in gebruik zijn. Dit betekent dus dat de aankoop van de onroerende zaak niet van belang is. De ondernemer zal moeten vaststellen en vastleggen dat aan deze voorwaarde voldaan wordt.
  • Het is alleen van toepassing op het arbeidsloon. Andere zaken vallen onder het algemene tarief van 19%. Je kan er dus niet aan ontkomen om de facturen te splitsen in de componenten arbeidsloon en materiaal. Als je gebruik maakt van een leverancier die zowel materiaal als arbeid levert, moet de leverancier zijn factuur ook splitsen. Het is ook van toepassing als je als onderaannemer werkt in relatie tot een verbouwing/renovatie van een woning/appartement.
  • Het verlaagde tarief is van toepassing op de opleveringen in de periode 1 oktober 2010 t/m 30 juni 2011. Dit betekent dus dat deelfacturen voor 1 oktober 2010 met oplevering op of na 1 oktober 2010 doch voor 1 juli 2011 voor de arbeidscomponent het tarief van 6% van toepassing is. Zodra de oplevering buiten deze periode valt, zal een herrekening van de verschuldigde omzetbelasting moeten plaatsvinden. De wijze waarop de oplevering vastgelegd moet worden is niet duidelijk. Zeker als het gaat om opleveringen rond ingangsdatum en sluitdatum. In mijn gedachten komt het beruchte notarisweekend bij afschaffing van de WIR (wie hierover anekdotes wil horen, belt mij even!).
  • Ook moet de ondernemer het eventuele risico van de onjuiste tarieftoepassing neerleggen bij de opdrachtgever omdat de regeling fraudegevoelig is. Wat te doen bij onjuiste informatie door de opdrachtgever? Deze kan leiden tot het opleggen van een naheffingsaanslag bij de ondernemer en niet bij de opdrachtgever. Veelal gaat zo’n naheffing gepaard met boete en rente. Het wordt lastig om enkele jaren na de laatste factuur deze naheffing bij de opdrachtgever te verhalen.

Wat deze maatregel oplevert voor de bouw is niet duidelijk; in hoeverre het tekort oploopt voor de overheid ook niet. Men gaat er ook aan voorbij dat particulieren het geld maar één keer kunnen uitgeven, zodat deze maatregel alleen een effect in de tijd heeft en niet leidt tot een structurele oplossing.

Hoe dan ook: het uitvoeren van een verbouwing/renovatie gaat vaak gepaard met een bouwvergunning. De doorlooptijd van een vergunningsaanvraag is twee tot drie maanden. Met als gevolg dat buiten de bestaande opdrachten het effect pas zichtbaar wordt eind dit jaar. Wordt vervolgd…